Sommige kunst en vormgeving maakt nieuwsgierig naar de kopers ervan. Deze week: een Chinese vlag waarin je je op honderd manieren kan hullen, gemaakt door Alicia Framis en aangeschaft door Marieke en Pieter Sanders.
Een eerste ontmoeting verraadt nog niks. Of het moet de broche van Marieke Sanders zijn – een gehaakte rood-groene kikker van Felieke van der Leest, bungelend op het revers van haar jasje. Maar verder is aan haar en haar echtgenoot niet af te zien dat ze behoren tot de grootste privéverzamelaars van het land.
In de hal van hun woning begint het te dagen. Rechts aan de muur een Ophuis uit de Srebrenica-serie, links een grote Kiki Lamers, bij de trap een ‘boomstronk’ - een Merijn Bolink. Het toilet geeft uitsluitsel. Wie twee kunstwerken in de kleinste ruimte van het huis heeft hangen, elk zo bijzonder dat een normaal mens er zijn huiskamer voor zou herinrichten, is een grote verzamelaar.
Kunst heeft iets vanzelfsprekends, iets argeloos in huize Sanders. Overal staan stukken, als slapende huisdieren. ‘We kunnen uw rubriek een heel jaar vullen’, zegt Pieter Sanders zonder enige hoogmoed. Ze kopen geregeld hedendaags werk, al bijna veertig jaar. Al hebben ze er in hun werkende leven nooit mee te maken gehad. Pieter Sanders (1938) was voor zijn pensioen bedrijfsjurist bij Corus, Marieke Sanders (1941) zat namens de VVD in het Europees Parlement, onder meer als voorzitter van de commissie ontwikkelingssamenwerking.
Het grootste werk is toch wel ‘de Alicia Framis’. De installatie China Five Star – 100 Ways To Wear A Flag vult de hele muur in de tuinkamer. Vier foto’s en een paspop met een jurk, die pal voor de piano staat. ‘Dit weekeinde renden de kleinkinderen er nog omheen. Overal lag Playmobil.’ Het is met 20 duizend euro een van de duurste werken in de collectie. ‘Het overgrote deel van onze verzameling bestaat uit werken die hooguit enkele duizenden euro’s hebben gekost. Dit is echt de uitzondering’, zegt Pieter Sanders. En het is nog maar een halve installatie. ‘De totale installatie, acht foto’s en twee jurken, was niet haalbaar. Dat vonden blijkbaar andere verzamelaars ook.’
Op de foto’s lijkt een meisje te schuifelen over een stapel Chinese vlaggen. De zwarte haren over haar gezicht. Op elke foto draagt ze een andere creatie, gemaakt van die rode vlag. De jurk op de pop heeft rafelige ruches, ritsjes met een sterretje, en gekke uitsteeksels bij de mouwen. ‘Wie verzint zoiets toch. Met schoudervullingen een jurk van ornamenten voorzien’, zegt Marieke Sanders. Ze vindt het werk moeilijk te omschrijven. ‘Kwetsbaar’ is het. ‘Een beetje anoniem’ en ‘wel maatschappijkritisch, maar niet te expliciet’. Of bij het kopen de vorm de doorslag gaf, of de inhoud, dat kan ze niet zeggen. ‘Dat klinkt zo absoluut, het gaat eigenlijk heel intuïtief bij ons’.
Wel was het kunstwerk de reden een ander werk uit het depot te halen. ‘Dat rode schilderij, van Eli Content, had jaren niet gehangen. We hebben het twintig jaar geleden gekocht.’ Het expressieve rood vult de kamer. Een bankje van Joep van Lieshout, even rood en ook al heel lang in de collectie, staat onder de Framis. Zo zoeken de verschillende kunstwerken elkaar op tussen de stapels tijdschriften, het kleurige tapijt, de theekopjes en vele dvd’s. De bijna rommelige alledaagsheid van deze kamer, die niet als ontvangstkamer wordt gebruikt maar gewoon ‘voor ons’ is, geeft de kunstwerken een onverwacht intiem karakter. Ze horen erbij, bij het familiegebeuren.
Het werk van Alicia Framis (Barcelona, 1967) raakt aan maatschappelijke en politieke onderwerpen. Het gaat nooit direct over onrecht of terrorisme, maar drijft erlangs. De beeldtaal van Alicia Framis is modern en esthetisch: het bestaat onder meer uit mode, architectuur, design, theater en dans. In 1997 werd ze bekend met de ‘sociale sculptuur’ The Walking Monument. Op de Dam in Amsterdam vormden Spaanse acrobaten in een performance een toren, op de plaats van het Nationaal Monument, dat toen gerenoveerd werd. Deze ingreep leverde haar de Prix de Rome op. In 2003 nam ze deel aan de tentoonstelling We Are The World in het Nederlands Paviljoen op de Biënnale van Venetië. Het werk Anti-dog dat ze daar presenteerde, is in zekere zin een voorloper op de installatie China Five Star – 100 Ways To Wear A Flag. Het bestond uit verschillende creaties, gebaseerd op ontwerpen van onder meer Dior en Chanel, en gemaakt van het ‘geweld werende’ materiaal Twaron, ontwikkeld door de kunstenaar. De sculpturale jurken beschermden de vrouwen tegen kogels, vuur en andere aanvallen. Framis’ aandacht verschoof naar Chinese vrouwen toen zij in 2006 in Shanghai ging wonen. Gehuld in het nationale symbool, de vlag, zijn de vrouwen op de foto’s van 100 Ways krachtig en beschermd. Tegelijk, zo onderstrepen hun gezichtsloze houdingen, zijn ze onderworpen en anoniem.